Weifelende Wi-Fi

26 april 2019 - Matsumoto, Japan

Gisteren beleefden we het voor het eerst dat de internetverbinding helaas zodanig was, dat we geen foto's konden oploaden. Inmiddels zijn we vele activiteiten, kilometers en belevenissen verder. Helaas lukt ook vandaag het uploaden van foto's niet, er zijn er maar twee doorgekomen, maar ik zal toch in vogelvlucht vertellen wat we zoal gedaan hebben.

We zijn begonnen met een bezoek aan de grote Omicho-markt, waar voornamelijk vis te vinden is, maar ook veel groente en zo hier en daar textiel. Het is een overdekte markt met een flinke oppervlakte (ik schat zo'n twee keer de Markthal), waar je dus ook wel een beetje de weg kunt kwijtraken. Ontzettend veel vis was er te vinden, zowel pas uit zee als klaar voor consumptie omdat het op stokjes was gefrituurd of gegrild. Ik heb me een stokje met minivisjes laten smaken, piepkleine visjes in hun geheel gefrituurd in een dun deegvelletje. Je kunt die dus gewoon helemaal opeten, inclusief kop en graten. En later heb ik nog een stokje met gefrituurde paling gegeten, dat was een beetje vet, want die was om het warm te maken weer even in de frituur gehangen. Ik hoop dat ik op een later tijdstip nog foto's kan toevoegen.

We hebben ook, nog steeds in Kanazawa, een voormalig samoerai-huis bezocht. Dat was weer zoals je Japan van films kent: latwerk, papieren "ramen" en altijd weer een prachtige binnentuin met waterpartij. Dan valt het op hoe klein die huizen waren met kleine kamertjes.

 

20190425_091631

Toen zijn we met onze bus weer op pad gegaan, de bergen in. Men noemt het de Japanse Alpen, ik kan niet nagaan hoe het hier in Japan genoemd wordt, maar het was werkelijk bergachtig en toppen met eeuwige sneeuw waren zichtbaar. We hebben een soort openluchtmuseum bezocht van een nederzetting die traditioneel gebouwd is, maar de daken zijn van heel dik stro. Dat is om de sneeuw te kunnen dragen die hier in de winter valt. Het was wederom een soort Japans Volendam, maar deze keer was het niet een menigte die massaal één richting uit ging, je kon redelijk rustige weggetjes kiezen. Of misschien raakten we wel gewend aan die bussen met andere toeristen. Heel veel Japanners trouwens, met hier en daar een buslading Italianen.

De busreis ging verder naar Takayama, een relatief klein stadje in de bergen. Ons hotel daar was een verhaal apart. Het leek de reisorganisatie wel aardig om ons één keer in een werkelijke Japanse omgeving te laten overnachten. Ja, kijk, dat gaat dus heel anders dan in de andere hotels.

Om te beginnen moeten de schoenen uit; vanaf een bepaald punt in de hal (gemarkeerd door een kleine opstap van hout) moet je dus op kousenvoeten verder met je schoenen in een plastic tasje. De wieltjes van de koffers worden (door hotelpersoneel) schoongemaakt voordat ze het hotel verder in mogen. Dan kom je op je kamer en tref je je bed praktisch op de grond aan. Het was gelukkig wel zo zacht dat we een goede nachtrust konden hebben. Maar met die heupprotheses is vanaf de grond opstaan toch wel een dingetje... Even liggen om uit te rusten... dan nog iets uit de koffer halen.... het kan makkelijker. Maar het was toch aardig om eens te hebben meegemaakt.

Vandaag hebben we 's ochtends rondgewandeld in Takayam, op de lokale markt waar boeren uit de omgeving hun waar en huisvlijt verkopen. Een groot deel van het stadje bestaat nog steeds uit kleine gebouwtjes, waarin nu meestal winkeltjes gevestigd zijn met veel souvenirs. Zeer gericht op toeristen.

Het is elke dag weer een beetje puzzelen wat we voor de lunch of het diner zullen eten. Vaak zoeken Hansje en ik samen ergens een plekje waar we rustig kunnen zitten; het experimenteren met Japanse lunchgerechten is er wel zo'n beetje af: het meeste vinden we niet zo lekker en elke dag van die stokjes met gegrilde kip of rund eten is ook nogal eentonig. Vandaag troffen we een tentje waar we zowaar een tosti konden bemachtigen. 's Avonds eten we de laatste tijd meestal een salade met vlees of zalm.

Na de lunch ging de reis verder naar Matsumoto, dat maar een kleine 80 km verderop ligt, maar het waren echt bergen, hoor, waar we over en door moesten. Op een smalle tweebaansweg met veel tunnels, waarin twee bussen of bus en vrachtwagen heel, heel voorzichtig langs elkaar heen moesten rijden als ze elkaar tegenkwamen. Een prachtige rit trouwens, het hoogste punt was ruim 3100 m en daar hadden we met sneeuwballen kunnen gooien als die sneeuw niet zo smerig was geworden.

De rit duurde drieënhalf uur. In dit hotel mogen we de schoenen aanhouden.

Morgen gaan we hier nog een en ander bezichtigen en dan stappen we op de trein naar Tokio. Onze bagage wordt naar het hotel daar gebracht.

Foto’s

3 Reacties

  1. Yo:
    26 april 2019
    Het lijkt erop dat jullie het traditionele Japan hebben bereikt zonder al teveel toeristen...🙏
  2. Lima:
    26 april 2019
    Ik denk dat het allemaal heel mooi is, maar misschien een beetje veel....in een korte tijd zoveel indrukken en zo véél in de bus....
    Benieuwd hoe de treinreis bevallen zal!
    Fijn dat jullie ons laten meegenieten!😘
  3. Rina:
    27 april 2019
    Mooie reis hoor dames. Wel heel veel nieuwe indrukken. Af en toe even rustig aan.